-
1 wegkomen
1 get away♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 goed wegkomen • 〈 met voordeel van iets afkomen〉 make out/do well; 〈 geen schade oplopen〉 come away unscathed〈 sport〉 de meeste favorieten zijn goed weggekomen bij de start • the favourites got (off to) a good start〈 figuurlijk〉 slecht/goed wegkomen (bij iets) • come off badly/well (with something)maak dat je wegkomt! • get out (of here)!; 〈 informeel〉 beat it!, scram!ik maakte dat ik wegkwam • I got out of there -
2 goed wegkomen
goed wegkomen -
3 ausgehen
ausgehen5 eindigen, aflopen6 (weg)gaan, vertrekken ⇒ er(van) afkomen7 opraken, uitgeput raken♦voorbeelden:einen Befehl ausgehen lassen • een bevel uitvaardigenauf Gewinn, Vorteil ausgehen • op winst, voordeel uit zijnleer ausgehen • met lege handen weggaander Atem, die Luft geht mir aus • ik geraak buiten adem
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский